Wat Kan Mij Het Schelen by Susanna
(Wat kan mij het schelen)
Ik heb wat spullen bij het vuil gezet
En de (1)________ staat voor je klaar
Waar je wonen gaat is mij een zorg
Maakt me niet uit, bekijk het maar
De zon (2)________ morgen toch weer op
En 's (3)____________ (4)________ de maan
Ga jij je gang dan ga ik nu
Op eigen benen staan
Daar kun je van op aan
Dat jij mij om die ander nu verlaat
Ach, wat kan mij het schelen
(Wat kan mij het schelen)
Dat jij nu met die (5)__________ verder gaat
Ja, wat kan mij het schelen
(Wat kan mij het schelen)
Jij vraagt of ik (6)________________ kan
Want jij hebt zo'n verdriet
O ja, vergeven kan ik zeker, schat
Maar vergeten doe ik niet
(Wat kan mij het schelen)
Gisterenavond ben ik uit geweest
Dat had ik heel lang (7)________ gedaan
't (8)____________ goed om weer mezelf te zijn
Ik kon me eind'lijk (9)__________ gaan
Het idee van niet meer (10)__________ zijn
Dat (11)__________ mij nu een goed gevoel
Wees (12)________ (13)________ bang ik red me best
Ik ben (14)______________ dan de rest
Jij (15)________ wat ik bedoel
Dat jij mij om die ander nu verlaat
Ach, wat kan mij het schelen
(Wat kan mij het schelen)
Dat jij nu met die (16)__________ verder gaat
Ja, wat kan mij het schelen
(Wat kan mij het schelen)
Jij (17)____________ of ik vergeven kan
Want jij hebt zo'n verdriet
O ja, vergeven kan ik zeker, schat
Maar (18)________________ doe ik niet
Dat jij mij om die ander nu verlaat
Ach, wat kan mij het schelen
Ik heb wat spullen bij het vuil gezet
En de (1)________ staat voor je klaar
Waar je wonen gaat is mij een zorg
Maakt me niet uit, bekijk het maar
De zon (2)________ morgen toch weer op
En 's (3)____________ (4)________ de maan
Ga jij je gang dan ga ik nu
Op eigen benen staan
Daar kun je van op aan
Dat jij mij om die ander nu verlaat
Ach, wat kan mij het schelen
(Wat kan mij het schelen)
Dat jij nu met die (5)__________ verder gaat
Ja, wat kan mij het schelen
(Wat kan mij het schelen)
Jij vraagt of ik (6)________________ kan
Want jij hebt zo'n verdriet
O ja, vergeven kan ik zeker, schat
Maar vergeten doe ik niet
(Wat kan mij het schelen)
Gisterenavond ben ik uit geweest
Dat had ik heel lang (7)________ gedaan
't (8)____________ goed om weer mezelf te zijn
Ik kon me eind'lijk (9)__________ gaan
Het idee van niet meer (10)__________ zijn
Dat (11)__________ mij nu een goed gevoel
Wees (12)________ (13)________ bang ik red me best
Ik ben (14)______________ dan de rest
Jij (15)________ wat ik bedoel
Dat jij mij om die ander nu verlaat
Ach, wat kan mij het schelen
(Wat kan mij het schelen)
Dat jij nu met die (16)__________ verder gaat
Ja, wat kan mij het schelen
(Wat kan mij het schelen)
Jij (17)____________ of ik vergeven kan
Want jij hebt zo'n verdriet
O ja, vergeven kan ik zeker, schat
Maar (18)________________ doe ik niet
Dat jij mij om die ander nu verlaat
Ach, wat kan mij het schelen
Answers:
(1) rest(2) komt(3) avonds(4) komt(5) ander(6) vergeven(7) niet(8) Voelde(9) laten(10) samen(11) geeft(12) maar(13) niet(14) sterker(15) weet(16) ander(17) vraagt(18) vergeten