Imprimir

Mijn Koningskind by Hugo Raspoet

Mijn koningskind wou (1)________ varen
Gaan (2)__________ over de zee
Ze (3)______________ met de baren
De golven deinden mee
Hun dromen (4)____________ zweven
De meeuwen op de wind
Ik dacht aan (5)__________ en streven
Mijn jonge koningskind

Ik zou kastelen bouwen
Van zand en overmoed
En (6)____________ om de louwen
Die enkel doen wat moet
Met (7)________________ zijn begaan
Voor die op de dijken blijven staan

Mijn koningskind wou gaan varen
Gaan (8)__________ (9)________ de zee
Onstuimiger de baren
De stormwind (10)____________ mee
De (11)________ schuurt langs de dagen
Ik (12)__________ mijn ogen blind
Mijn dromen gaan vervagen
Arme koningskind

Ik zou de (13)______________ bedaren
Met eilanden van rust
Wat geef ik om gebaren
Die ik zelf niet ben bewust
Met (14)____________________ begaan
Voor wie op de dijken (15)______________ staan

Mijn koningskind is gezonken
In het diepste van de zee
Ik ween mijn (16)__________________ dronken
Mijn dromen (17)____________ mee
Zij had een zin gegeven
Een smaak aan wijn en brood
Een zin aan (18)________ mijn leven
Mijn koningskind is dood

Ik zou de grond verrotten
Het water wordt azijn
Paleizen worden grotten
De polders een woestijn
Met bitterheid begaan
Voor wie op de dijk (19)______________ staan

Mijn (20)______________________ wou gaan varen
Gaan varen over de zee
Indien je (21)__________ het strand gaat
Haar doffe (22)________ vindt
Vergeet nooit dat ze (23)________ bestaat
Mijn dode koningskind

Ik doe wat velen deden
Ik nuttig nog wijn en brood
En (24)____________ wat om het verleden
Mijn koningskind is dood
Ik verberg mijn (25)____________ baard
Voor die op de (26)________ blijven staan

Respuestas:
(1) gaan(2) varen(3) speelde(4) gingen(5) jeugd(6) lachen(7) spotlust(8) varen(9) over(10) huilde(11) tijd(12) staar(13) stormen(14) misprijzen(15) blijven(16) droefheid(17) zonken(18) heel(19) blijven(20) koningskind(21) langs(22) ogen(23) niet(24) grijns(25) wrange(26) dijk