Ik Ben Hem Kwijt by Brigitte Kaandorp
Ik lig in bed ik kan niet slapen
op geen (1)____________ manier
rampspoed is mij overkomen
en ook (2)__________ ik teveel bier
naast mij ligt mijn (3)____________ hij (4)____________ we (5)__________ samen in de kroeg
t was (6)________________ (7)____________ zij kwam
en hem om een (8)______________ vroeg
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik heb het zien gebeuren
ik ga die dag meteen maar (9)________ uit mijn agenda scheuren
het is in feite al een feit
ik ben hem kwijt
ik (10)__________ haar nog van de mavo
ze was (11)________ al een jongensgek
ze had nog steeds hetzelfde luchtje
en die bijdehante rotbek
als ik haar niet voorgesteld had was het (12)________ (13)______________ misschien
nou, ze wond hem om haar vinger
zelf een blinde kon het zien
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik heb het zien gebeuren
ik ga die trut nou maar meteen eens uit mijn poëzie album scheuren
die verschrikkelijke geit
ik ben hem kwijt
hij moet (14)______________ overwerken
ik weet precies hoe dat zal gaan
sorry schat ik kom wat later
en iets met in de file staan
als 'ie thuis (15)________ (16)________ ik (17)________ weer (18)__________________ geur weer om hem heen
en hij wil me maar niet kussen
en dan weet ik het meteen
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik heb het zien gebeuren
ik kan die foto’s van ons tweeën netzo goed (19)________ midden scheuren
maar hij krijgt nog wel eens spijt
ik ben hem kwijt
ik lig in bed ik ga zo slapen
der is weer (20)________ in mijn gemoed
ramspoed was mij overkomen
maar nu (21)________ t wel (22)________ goed
naast mij ligt mijn dode vriend ik (23)________ een broodmes in zijn rug
het was eigenlijk heel eenvoudig
die (24)________ we (25)____________ nooit meer terug
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
en wat er ook nog gaat gebeuren
ik ga die kut eens van der klit tot aan der navel openscheuren
die (26)________ der benen nooit meer wijd (hahaha)
ik ben ze kwijt
op geen (1)____________ manier
rampspoed is mij overkomen
en ook (2)__________ ik teveel bier
naast mij ligt mijn (3)____________ hij (4)____________ we (5)__________ samen in de kroeg
t was (6)________________ (7)____________ zij kwam
en hem om een (8)______________ vroeg
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik heb het zien gebeuren
ik ga die dag meteen maar (9)________ uit mijn agenda scheuren
het is in feite al een feit
ik ben hem kwijt
ik (10)__________ haar nog van de mavo
ze was (11)________ al een jongensgek
ze had nog steeds hetzelfde luchtje
en die bijdehante rotbek
als ik haar niet voorgesteld had was het (12)________ (13)______________ misschien
nou, ze wond hem om haar vinger
zelf een blinde kon het zien
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik heb het zien gebeuren
ik ga die trut nou maar meteen eens uit mijn poëzie album scheuren
die verschrikkelijke geit
ik ben hem kwijt
hij moet (14)______________ overwerken
ik weet precies hoe dat zal gaan
sorry schat ik kom wat later
en iets met in de file staan
als 'ie thuis (15)________ (16)________ ik (17)________ weer (18)__________________ geur weer om hem heen
en hij wil me maar niet kussen
en dan weet ik het meteen
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik heb het zien gebeuren
ik kan die foto’s van ons tweeën netzo goed (19)________ midden scheuren
maar hij krijgt nog wel eens spijt
ik ben hem kwijt
ik lig in bed ik ga zo slapen
der is weer (20)________ in mijn gemoed
ramspoed was mij overkomen
maar nu (21)________ t wel (22)________ goed
naast mij ligt mijn dode vriend ik (23)________ een broodmes in zijn rug
het was eigenlijk heel eenvoudig
die (24)________ we (25)____________ nooit meer terug
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
ik ben hem kwijt
en wat er ook nog gaat gebeuren
ik ga die kut eens van der klit tot aan der navel openscheuren
die (26)________ der benen nooit meer wijd (hahaha)
ik ben ze kwijt
Respuestas:
(1) enkele(2) dronk(3) vriend(4) slaapt(5) waren(6) gezellig(7) totdat(8) vuurtje(9) eens(10) kende(11) toen(12) niet(13) gebeurt(14) eerdags(15) komt(16) ruik(17) vaag(18) diezelfde(19) door(20) rust(21) gaat(22) weer(23) stak(24) zien(25) lekker(26) doet