't Is Altijd Lente In De Ogen Van De Tandartsassistente by Peter De Koning

't Is altijd lente in de (1)________ van de (2)____________________________________
't Is altijd lente in de (3)________ van de tandartsassistente
Voor de patienten van d'assistente is het altijd lente

Zij lacht naar mij
Ik lach naar haar
En het is (4)________________
En het is voorjaar
Het maakt (5)________ uit
Al raak ik al m'n tanden kwijt
Want het is lente, (6)__________ voor altijd

't Is (7)____________ lente in de ogen van de tandartsassistente
't Is (8)____________ lente in de (9)________ van de tandartsassistente
Voor de patienten van d'assistente is het (10)____________ lente

Ik flos niet meer
En (11)________ geen tandenstoker aan
Ook m'n tandenborstel laat ik (12)____________ in m'n (13)__________ staan
Ik eet (14)____________ maar suikerzoet
Ik snoep de hele dag maar (15)________
Want dan heb ik snel een gaatje
En een afspraak

't Is altijd lente in de (16)________ van de tandartsassistente
't Is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente
Voor de patienten van d'assistente is het altijd lente

Zij lacht naar mij
Ik (17)________ naar haar
En het is voorjaar
En het is voorjaar
Het (18)__________ (19)________ uit
Al raak ik al m'n tanden kwijt
Want het is lente, lente voor altijd


't Is altijd (20)__________ in de ogen van de tandartsassistente
't Is (21)____________ (22)__________ in de ogen van de tandartsassistente
Voor de patienten van d'assistente is het (23)____________ lente

't Is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente
't Is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente
Voor de patienten van d'assistente is het altijd lente

Answers: