Jij Bent Zo by Jeroen Van Der Boom

Zeg ik nee, zeg jij ja.
En wil ik gaan slapen,
wil jij ineens (1)__________ en oh
Zeg ik stop ga jij toch,
nog (2)________ door
En ik krijg (3)________ gehoor.

Stroomt het bier uit de kraan,
wil jij naar huis.
Zeg ik laten we gaan,
geef jij niet thuis .
Maar het kan me (4)________ schelen, want

Jij bent zo
Ik heb je dan nooit anders gekend, en zo
zou ik jou 't liefste houden.
Je bent zo
Met jou verveel ik me (5)________ moment, en oh
Ook al doe je echt geen moeite
Je bent zo
Ik raak (6)____________ nooit aan je gewend, zo
Wil ik verder (7)__________ samen met jou

Zal ik jou ooit begrijpen
Ik zou het niet willen
Ik hou van je grillen
Jij maakt dat ik (8)__________ een dag
niet heb geleefd
Dus verras me (9)________ weer
Ook al doet het soms zeer

En is wit in de mode
draag jij zwart
Weet je 't zeker
dan nog (10)________ jij je hart
Iedereen zou (11)________ schamen, maar

Jij bent zo
Ik heb je dan (12)__________ (13)____________ gekend, en zo
zou ik jou 't liefste houden
Je bent zo
Met jou verveel ik me geen moment, en oh
Ook al doe je echt geen moeite
Je bent zo
Ik raak gewoon (14)__________ aan je gewend, zo
wil ik verder (15)__________ samen met jou

Ik wil je echt niet anders
Ook al wil je meer (16)________ voor jou alleen
Toch (17)________ ik me met jou zo (18)__________ een
Want ik (19)________ dat je van me houdt

Jij bent zo
Ik heb je dan (20)__________ anders gekend, en zo
Zou ik jou t liefste houden
Je bent zo
Met jou verveel ik me geen moment, en oh
Ook al doe je (21)________ geen moeite
Je bent zo
Ik raak (22)____________ nooit aan je gewend zo
Wil ik verder leven samen met jou

Jij (23)________ zo
Met jou verveel ik me geen moment, oh
Je (24)________ zo
Ik raak (25)____________ nooit aan je gewend zo
Wil ik verder leven samen

Answers: